Betalingen

Ook al is het onderwijs kosteloos, toch kosten sommige activiteiten geld. Enkele voorbeelden zijn het projectgeld, uitstappen, materiaal voor hoekenwerk, enzovoort. Twee keer per jaar krijgen alle leerlingen een factuur met de kosten die ze moeten betalen. Het bedrag daarvan wordt vastgelegd door de overheid (maximumfactuur).

– De scherpe maximumfactuur: dit zijn bijdragen voor eendaagse uitstappen en voor activiteiten waaraan de klas deelneemt (bv. bezoek aan tentoonstelling, toneel- of theatervoorstelling, workshops, sportactiviteiten tijdens de onderwijstijd,…). Ook de zwembeurten behoren tot deze categorie (behalve het één jaar verplicht aan te bieden gratis zwemonderricht).

Per schooljaar mag de school voor dit soort activiteiten aan de ouders een bijdrage vragen van  25 euro voor de twee en drie jarigen, 40 euro voor de vierjarigen, en 40 euro voor de vijfjarigen en de leerplichtige kleuters en 70 euro in het lager onderwijsDit zijn basisbedragen die worden aangepast ingevolge de gezondheidsindex. 

– De minder scherpe maximumfactuur: dit zijn bijdragen voor alle vormen van meerdaagse uitstappen binnen de onderwijstijd. Dit zijn de GWP’s zoals bos-, zee-, boerderij-, plattelandsklassen, …

Voor dit soort activiteiten mag de school in de kleuterafdeling aan de ouders geen bijdrage meer vragen (dus 0 euro) en in de lagere school nog slechts 400 euro voor de volledige duur van het lager onderwijs.

Sinds 1 januari 2009 is het zwemmen gratis voor leefgroepen 3, 4 en 5. Het zwemgeld van de kleuters wordt betaald met de opbrengst van de zwembenefiet en vanaf het schooljaar 2012 wordt er 10 euro gebruikt van de scherpe maximumfactuur.

Wie zoekt, die vindt.

Geef hieronder uw zoekterm in.