Boodschappentijd!

Kato : “Vandaag gingen we winkelen. We kochten bloem, suiker, melk, boter en eitjes”

Aiden : “Ik bracht een wafelijzer mee om wafels te bakken”

Blinker : “Ik ook! Eentje met dieren. Er is ook een tijger.”

Gabriël : “Je moet in de winkel betalen met de kaart”

Naar de winkel? Zo gezegd, zo gedaan! We haalden met onze boodschappenlijst onze ingrediënten voor wafels. Het was wel zoeken in de winkel, want waar staat alles? Maar met onze mandjes in de hand, vonden we alles wat we nodig hadden.

Alles werd op de kassaband gelegd. Die rolt gewoon vanzelf verder!?

Daarna moesten we betalen en mochten we alles in onze tas stoppen. Els las het recept voor en we moesten heel veel dingen bij elkaar doen.
Dan was het deeg moe en moest het even rusten.

Na de speeltijd konden we bakken!

Aiden “Je moet 7 scheppen in het wafelijzer doen. Mijn mama doet dat zo.”

Blinker “Er komt saus uit mijn machine!”

Bob “mmmmmmm… * smikkel * lekker”

Hopelijk groeit er op deze manier een projectje in de klas! Het zou ook wel een bakproject kunnen worden!

Deel deze post:

Wie zoekt, die vindt.

Geef hieronder uw zoekterm in.